Een onderzoek naar de nieuwe Imperiale Wereldorde
Een internationale hoorzitting over The Project for the New American Century (PNAC)
en zijn oorlogspolitiek uitgevoerd door de regering Bush door de invasie van Irak

ENGLISH | NEDERLANDS | FRANÇAIS

Synopsis

Het Brussel-tribunaal is een hoorcomité samengesteld uit academici, intellectuelen en kunstenaars in de traditie van het Russell-tribunaal dat in 1967 in het leven was geroepen om oorlogsmisdaden in de Vietnamese oorlog te onderzoeken. De hoorzitting is gepland op 15-17 april 2004 in de Beursschouwburg en Les Halles in Brussel en zal worden voorgezeten door Prof. François Houtart, een van de stichters van het World Social Forum in Porto Allegre. Het is gericht tegen de oorlog in Irak en tegen het imperiale oorlogsbeleid van de regering Bush. Het zal zich voornamelijk toespitsen op het ‘Project for the New American Century’ (PNAC), de denktank achter deze oorlog en vooral op drie medeondertekenaars van het mission statement: Donald Rumsfeld, Dick Cheney en Paul Wolfowitz, vermits zij de fysieke band vertegenwoordigen tussen het discours en de brutale uitvoering van de Nieuwe Imperiale Wereldorde zoals gepland door de PNAC.

Ontstaan van het project

Net vóór het uitbreken van de oorlog in Irak werd een petitie, gelanceerd door de filosoof Lieven De Cauter, ondertekend door 500 kunstenaars, schrijvers, intellectuelen en academici, onder wie Julia Kristeva, Richard Plunz, Irving Wolfharth, Anne Teresa De Keersmaeker, Hans Ulrich Obrist en François Houtart. De petitie riep op om morele acties en, indien mogelijk, wettelijke stappen te ondrernemen tegen het ‘Project for the New American Century’ en tegen hen die verantwoordelijk waren voor de oorlog in Irak. Ze werd op 21 maart (één dag na het uitbreken van de oorlog) in twee Belgische kranten, De Standaard en De Morgen, gepubliceerd. Het werd snel duidelijk dat wettelijke actie weinig kans op slagen zou maken aangezien de Verenigde Staten zich steeds consequent hebben verzet, en dat zijn blijven doen, tegen elk wettig gezag dat hen zou kunnen bedreigen. Vandaar het idee om een ‘moreel gerechtshof’, een ‘volkstribunaal’ in het leven te roepen om het nieuwe Amerikaanse beleid en de denktanks die er schuil achter gaan (en die steeds uit de greep van elk wettelijk optreden weten te blijven) te veroordelen.

Een breed platform, gedragen door een aantal culturele verenigingen, werd uitgebouwd om het eerste voorstel van de petitie ten uitvoer te brengen: het opzetten van een Brussel-tribunaal in navolging van het historische Russell-tribunaal (vandaar de naam BRussells Tribunal). Op een netwerkconferentie, eind juni 2003 door de Bertrand Russell Peace Foundation in Brussel georganiseerd, werd beslist op verschillende plaatsen in de wereld een reeks hoorzittingen te houden, culminerend in een slotzitting in Istanbul. Het BRussells Tribunal zal een van de onderzoekscommissies ervan zijn. De Bertrand Russell Peace Foundation heeft aanvaard het initiatief te steunen. In een persmededeling na de conferentie werd gesteld: “Er werd een voorstel besproken om een onderzoekscommissie in het leven te roepen die zou moeten uitmonden in een tribunaal over de oorlog in Irak. Dit voorstel zou verder in een aantal werkgroepen kunnen worden uitgewerkt via consultaties in Turkije, België, de Verenigde Staten en Japan”. Sedertdien hebben zich talloze vredes- en advocatenorganisaties bij het netwerk aangesloten. Elke dag nog neemt deze beweging in omvang en enthousiasme toe. (Een voorlopige lijst van steunorganisaties volgt aan het eind van dit document).

Beknopte informatie over PNAC

Het acroniem PNAC is een sleutelelement in de oorlog in Irak en de vele oorlogen die ons nog te wachten staan. In de lente van 1997 richtten de neoconservatieven Robert Kagan en William Kristol van The Weekly Standard het ‘Project for the New American Century’ (PNAC) op. De meest bekende ondertekenaars van de mission statement zijn Dick Cheney, Donald Rumsfeld en Jeb Bush (de broer van George W. Bush), Francis Fukuyama en last but not least Paul Wolfowitz, een voormalig hoogleraar Internationale Politiek en voormalig decaan van het Departement Internationale Politiek van de Johns Hopkins universiteit. De huidige directeur is Gary Schmitt. Belangrijk is dat vele leden ervan nauwe banden onderhouden met het militair industrieel complex en met de olie-industrie. De PNAC omschrijft zichzelf als een ‘educatieve organisatie zonder winstoogmerk die tot doel heeft het Amerikaanse leiderschap in de wereld te bevorderen’.

De beginselverklaring van het project is ondubbelzinnig:

“De geschiedenis van de 20e eeuw zou ons geleerd moeten hebben dat het belangrijk is greep te hebben op de omstandigheden vóór een crisis de kop kan opsteken en bedreigingen het hoofd te bieden vóór ze een verkeerde wending nemen”. (Dat is de doctrine van “pre-emptive strike”, de preventieve aanval, en van “benevolent hegemony”- welwillende hegemonie). Om die taak te verwezenlijken, stelde het PNAC een agenda met vier punten op:

In september 2000, nog vóór George W. Bush de presidentsverkiezingen had gewonnen, publiceerde de PNAC het beslissende rapport ‘ Rebuilding America’s Defenses: Strategies, Forces and Resources for a New Century”, waarin duidelijk wordt gesteld dat de aanval op waarin duidelijk wordt gesteld dat de aanval op Saddam Hussein slechts een alibi is voor de Amerikaanse supprematie:

“ Decennialang al willen de Verenigde Staten een duurzamere rol spelen in de veiligheid van de Golfregio. Terwijl het onopgeloste conflict met Irak de onmiddellijke rechtvaardiging biedt, gaat de behoefte aan een substantiële militaire aanwezigheid in de Golf verder dan het probleem van Saddam Hussein’s regime” (p. 14). In het rapport werd gepleit voor grootscheepse opwaardering van het leger; er werd van uitgegaan dat de begroting jaarlijks met 15 tot 20 miljoen dollar zou moeten toenemen om het leger om te vormen tot zoiets als een ‘ imperiale supermacht’, die het voortouw zou kunnen nemen in ‘de revolutie in militaire aangelegenheden’. Thomas Donnelly, een van de drijvende krachten achter het rapport, werkt tegenwoordig voor Lockheed Martin, een van de belangrijkste wapenproducenten. In het project werd er echter van uitgegaan dat dit doel niet zomaar kon worden gerealiseerd zonder een aanleiding om de publieke opinie van de noodzaak ervan te overtuigen: “Het proces van transformatie zou wel eens een proces van lange adem kunnen zijn, behalve wanneer er zich een soort rampzalige of katalyserende gebeurtenis voordoet – iets als een nieuw Pearl Harbor” (p. 21).

Toen Bush aan de macht kwam, met Dick Cheney als Vice-president, Donald Rumsfeld als Minister van Defensie en Paul Wolfowitz als Onderminister van Defensie, werden de PNAC-theorieën een blauwdruk voor het Amerikaanse defensie- en internationaal beleid.

Dit beleid werd officieel bevestigd in een document van het Witte Huis dat door President Bush persoonlijk is ondertekend: “ The National Security Strategy of the United States of America” (september 2002). De gebeurtenissen hebben intussen aangetoond dat de theorie van meedogenloze werelddominantie nu in de praktijk wordt gebracht.

Met 9/11 kregen deze personen hun noodzakelijke “ rampzalige en katalyserende gebeurtenis, een nieuw Pearl Harbor” én meteen ook het politieke krediet om hun programma ten uitvoer te brengen. Zij waren nu in staat een van de vier kerntaken van het hervormde Amerikaanse leger in de praktijk te brengen: “ to fight and decisively win multiple, simultaneous major theatre wars” (tegelijk op verschillende plaatsen een grote oorlog uitvechten en die overtuigend winnen) (p. IV). Deze verschrikkelijke zin vereist wellicht wat uitleg. Onder “ major theatre wars” verstaan militairen grote veldslagen, maar als je van tevoren weet dat je de gevechten ‘ overtuigend (zult) winnen’, wordt het een “theateroorlog” in de algemene betekenis van “theatrale oorlog”. De retoriek hiervan zou voor de hele planeet duidelijk moeten zijn. In de woorden van George W. Bush zelf: “ Wie niet met ons is, is tegen ons”. Vandaar dat die oorlogen “meervoudig en gelijktijdig” moeten zijn. De ‘Project for the New American Century’ wil, net als het Romeinse Rijk, een wereldwijde zogenaamde “Pax Americana” opdringen, maar het middel is “full spectrum dominance” (dominantie over de gehele lijn). Het PNAC-rapport is een opstap naar een Nieuwe Imperiale Orde met een hightech megaleger dat via ‘Shock and Awe’ regeert over een “ steeds chaotischer wereld”. [1]

Aanklacht

Wij zijn van oordeel dat het PNAC-programma, in de praktijk gebracht door het Oorlogskabinet van Bush, rechtstreeks aanleiding geeft tot schendingen van het internationaal recht, duizenden onnodige oorlogsslachtoffers maakt en de gehele planeet op sociaal, politiek en humanitair gebied destabiliseert. Het leidt tot een ongebreidelde militarisering van de wereld. Deze Nieuwe Amerikaanse Hegemonie strekt in wezen tot meerdere eer en glorie van de olie-industrie en het militair-industrieel complex (waarmee vele PNAC-leden en Bush-medewerkers nauwe banden onderhouden). Dit beleid vormt een blijvende en ernstige bedreiging voor de wereldvrede.

[1] Voor verder informatie over het PNAC, zie www.newamericancentury.org  een uitstekend bestand over PNAC is samengesteld door www.moveon.org  (wordt op aanvraag toegestuurd); zie ook volgende websites: www.pnacrevealed.org  of www.pnac.info

De aanklacht kan voorlopig als volgt worden geformuleerd:

 “ Het ‘Project for the New American Century’ en de leden ervan, vooral de sleutelfiguren in het Oorlogskabinet van Bush, hebben misdaden tegen het internationaal recht en tegen de mensheid (zo niet in wettelijk, dan zeker in moreel opzicht) gepredikt, gepland en gepleegd.”

Ook al heeft het PNAC alleen nog maar teksten geproduceerd, en zich dus ongetwijfeld kan en zal beroepen op de “vrije meningsuiting”, zijn wij van mening dat hun uitlatingen performatief zijn, d.w.z. er zit een intentie achter tot een handeling. Zulke ‘taaldaden’ vallen niet louter onder vrije meningsuiting. Ze liggen ten grondslag aan handelingen. De acties die rechtstreeks voortspruiten uit de PNAC-retoriek en hun omzetting in de door president Bush ondertekende “National Security Strategy of the United States” (september 2002), zijn ontoelaatbaar.

De voornaamste daden zijn hierna opgesomd:

1) Een oorlog plannen zonder enig bewijs van een dreigend gevaar voor het betrokken land wordt krachtens het internationaal recht als een ‘daad van agressie’ beschouwd. Het voeren van zulk een agressieoorlog is een duidelijke schending van het Handvest van de Verenigde Naties.

- De doctrine van de ‘preventieve aanval’, die door Paul Wolfowitz in de Defensierichtlijnen van 1991 werd voorgesteld, staat haaks op het internationaal recht, dat geweld strikt beperkt tot zelfverdediging in het geval een Staat het slachtoffer wordt van een gewapende aanval, dus van een agressie. Deze doctrine, die door president Bush tot officieel standpunt werd verheven in zijn toespraak voor de militaire academie van West Point (6/1/2002), vormt een ernstige bedreiging voor de wereldvrede en is een schending van het internationaal recht.

- De invasie van Irak door de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk is een ernstige schending van het internationaal recht en van het Handvest van de Verenigde Naties.

- Het Handvest van de Verenigde Naties bepaalt dat Staten enkel en alleen geweld mogen gebruiken met toestemming van de Veiligheidsraad, afgezien van gevallen van zelfverdediging. Het Handvest heeft een collectief veiligheidssysteem ingebouwd, dat door de huidige Amerikaanse regering flagrant met voeten wordt getreden.

Bovendien vinden topadviseurs, zoals Richard Perle, de Verenigde Naties irrelevant en een obstakel dat uit de weg dient te worden geruimd.

- Tot dusver zijn geen massavernietigingswapens gevonden, waardoor de volledige casus belli bedrog blijkt te zijn.

2) Tijdens de oorlog in Irak, werd verscheidene keren inbreuk gepleegd op het internationaal humanitair recht en werd het herhaaldelijk schaamteloos met voeten getreden:

- Het gebruik van clusterbommen tegen burgers kan als een oorlogsmisdaad worden beschouwd omdat het onnodige verwondingen kan veroorzaken, ook lang nadat de vijandelijkheden zijn beëindigd.

- Het gebruik van uranium in munitie en bommen kan als volkomen onnodig en als een ernstige oorlogsmisdaad worden aangezien.

- De jacht op ‘non-embedded’ journalisten kan worden gezien als een aanslag op de vrije pers en dus als een schending van de persvrijheid.

- Het internationaal recht stelt duidelijk dat het de plicht is van een leger in oorlog gesneuvelde vijandelijke soldaten te begraven. De Verenigde Staten en de coalitietroepen hebben zich in geen geval aan deze regel gehouden.

3) De plichten van een bezettingsmacht werden (en worden nog steeds niet) nageleefd:

- De massale bombardementen hebben het land niet alleen in puin geschoten, ook het feit dat ziekenhuizen dagenlang werden geplunderd, bewijst dat het de coalitie er niet om te doen was dit te stoppen (de strijdmacht beschermde enkel de olievelden en het Ministerie van Olie). Het volslagen gebrek aan bescherming van de ziekenhuizen was een schending van de plicht van een bezettende macht om oorlogsslachtoffers bij te staan. Deze grove tekortkoming kan worden beschouwd als een ernstige inbreuk op het oorlogsrecht aangezien de internationale oorlogswetgeving duidelijk bepaalt dat het de plicht is van de bezetter om orde en veiligheid in het bezette land te handhaven.

- Het permissieve beleid ten aanzien van de plundering van alle Ministeries bewijst dat de coalitie er niet echt in is geïnteresseerd de geschiedenis van het Iraakse regime te kennen vermits de troepen oogluikend toekeken hoe een aanzienlijk deel van het archief werd vernield. Dit is in zekere zin een aanslag op het collectieve geheugen van het Iraakse volk.

- Het permissieve optreden van het Amerikaanse leger en van de coalitietroepen bij de plundering van het Nationaal Museum van Bagdad en van de verschillende belangrijke vindplaatsen kan worden beschouwd als een misdrijf tegen het culturele erfgoed van het land en, gelet op de uitzonderlijke waarde van die plaatsen (zoals Babylon) als bakermat van de (westerse en oosterse) beschaving, als een misdrijf tegen het culturele erfgoed van de gehele mensheid.

- De reconstructie van Irak komt vooral ten goede aan een aantal Amerikaanse ondernemingen als Halliburton, Kellog Brown & Root, en Bechtel. De inkomsten uit de Irakese olie zullen rechtstreeks naar Amerikaanse bedrijven vloeien. Dit staat haaks op de basisbeginselen van het internationaal recht, volgens welk een Staat die zelf de internationale rechtsregels met voeten heeft getreden hieruit geen voordeel mag halen en de schade die eruit voortvloeit moet vergoeden.

4) De bezetting van Irak door de Amerikaanse en Britse strijdkrachten is een schending van het internationaal recht.

Het feit dat de bezettingsmachten permanente leden zijn van de Verenigde Naties en hun veto zullen stellen tegen elke resolutie die ertoe strekt de bezetting te beëindigen, doet niets af aan de permanente schending van het internationaal recht en van het VN Handvest, die zowel door de VS als het VK zijn geratificeerd.

5) De ‘Nieuwe Amerikaanse Imperiale Soevereiniteit’ staat op het punt om te slaan in een wereldwijde ‘Uitzonderingstoestand’

De oorlog in Irak is geen alleenstaand feit zoals kan worden afgeleid uit het PNAC rapport en het geval Afghanistan, om nog niet te spreken over de dreigementen tegen Syrië en Iran of over het ‘straffen’ van Frankrijk omdat het tegen deze oorlog was gekant of van België wegens de genocidewet. Dit ‘unilateraal beleid’, dat moet uitmonden in een totale heerschappij over de wereld zoals omschreven in het PNAC-rapport (september 2000), vervolgens omgezet in het officiële Veiligheidsrapport van President George W. Bush (september 2002) en sedertdien in de praktijk gebracht, zal de planeet in sociaal, economisch, politiek en humanitair opzicht blijven destabiliseren en vele nutteloze slachtoffers maken.

De verwerping van elk internationaal gezag dat zeggenschap zou hebben over onderdanen van de Verenigde Staten of deze zou kunnen veroordelen, met name het schaamteloze verzet tegen de Verenigde Naties en de afwijzing van het Internationaal Strafhof, bewijst dat de Verenigde Staten elke eerbied voor een internationale rechtsorde verloren hebben.

Wij achten het nodig onderzoek te doen naar en kritische kanttekeningen te maken bij de ‘filosofische’ (of ideologische) grondslagen van deze ‘Nieuwe Imperiale Wereld Orde’ in het werk van Robert Kaplan, Robert Kagan, Paul Wolfowitz, Francis Fukuyama, Samuel Huntington en anderen. De grondbeginselen van het concept “ full spectrum dominance” (dominantie over de gehele lijn) moeten aan het licht worden gebracht.[2]

De omslag in het Amerikaanse beleid is spectaculair en onrustbarend. De overgang van multilateralisme naar unilateralisme is niet onschuldig. De “benevolent hegemony”[3] (welwillende hegemonie) waarvoor Robert Kagan en William Kristol, twee van de grondleggers van het PNAC, in 1996 pleitten, is kwaadwillig en malicieus geworden. Het “American exceptionalism” dat zij voorstonden verglijdt naar een uitzonderingstoestand. Soevereiniteit heeft (volgens Carl Schmitt[4]) steeds betekend het recht om de uitzonderingstoestand uit te roepen en het lijkt ernaar dat het nieuwe beleid van Amerika dit uitzonderingsbeleid aan het opstapelen is:

- Vele gevangenen van de oorlogen in Afghanistan en Irak worden vastgehouden op Guantanamo Bay (Cuba), een plaats die is uitgekozen omdat ze zich buiten het Amerikaanse grondgebied bevindt. De Regering Bush claimt dan ook dat de Amerikaanse wetgeving op de behandeling van gevangenen er niet van toepassing is. (Het optreden op Guantanamo is al door verschillende Mensenrechtenorganisaties op de korrel genomen).

- De reeds genoemde doctrine van ‘preventieve aanval’;

- Het opgeven van de Kyoto-akkoorden over klimaatverandering;

- De afwijzing van het Internationaal Strafhof in Den Haag;

- De afwijzing van het Non-proliferatieverdrag voor kernwapens;

- De ‘Patriot’ I- en II-wetten, waardoor vele basisburgerrechten worden opgeschort;

- De uitwijzing sedert 9/11 van duizenden immigranten die al jaren in de Verenigde Staten woonden;

- Het volslagen aan hun lot overlaten van armen en werklozen (in getto’s zoals Skid Row in L.A.) - dit alles wijst duidelijk op het feit dat het Amerikaanse “exceptionalism” aan het afglijden is naar een uitzonderingstoestand (ook in de Verenigde Staten zelf).

[2] Sleutelbegrip in “Joint Vision 2020”, de blauwdruk voor de Amerikaanse militairen voor het komende decennium, gedefi nieerd als het vermogen van de Amerikaanse strijdkrachten om elke tegenstander te verslaan en de toestand in alle soorten militaire operaties onder controle te hebben.
[3] William Kristol en Robert Kagan: Toward a Neo-Reaganite Foreign Policy – Foreign Affairs, juli/augustus 1996.
[4] Giorgio Agamben’s Homo Sacer (Parijs 1997) geeft duidelijk aan dat de Nieuwe Wereldorde op deze soevereiniteit is gebaseerd, zijnde de bevoegdheid om een staat van uitzondering uit te roepen.


Conclusie: Waarom een BRussell-tribunaal?

Het heeft jaren geduurd voor de oppositie tegen de oorlog in Vietnam tot een massabeweging was uitgegroeid. De huidige situatie is totaal verschillend. Zelfs voor de oorlog in Irak was uitgebroken, werd de Amerikaans-Britse invasie reeds wereldwijd verworpen en veroordeeld. Het enige doel van de Brusselse onderzoekscommissie, en uiteraard van het gehele proces tot en met het slottribunaal in Istanbul, kan er niet in bestaan de onwettigheid van deze oorlog onder de aandacht te brengen. Dit is al langer erkend en uitgebreid besproken. Wat zijn dan wel de echte doelstellingen? Waarom dit tribunaal in het leven roepen?

Omdat het ongemeen belangrijk is voor de toekomst van de planeet zich te verzetten tegen de trend de huidige toestand normaal te vinden; dat is precies wat aan het gebeuren is en wat de regering Bush nastreeft.

Omdat het belangrijk is dit voldongen feit niet zomaar te aanvaarden onder het mom van Realpolitik, zoals sommige Europese politici en journalisten geneigd zijn te doen.

Omdat het belangrijk is dit duidelijk te stellen, ook al is het al overbekend, en te zeggen dat “dit misdadig is” en dat het “een schending is van het internationaal recht”.

Omdat het belangrijk is niet te buigen en het hoofd opgeheven te houden. De meeste regeringen, ook de Belgische, zijn geneigd toe te geven en voor de Amerikaanse druk te zwichten. Wij, de civiele maatschappij, het volk, moeten onze stem verheffen.

Omdat het belangrijk is de fundamentele menselijke waardigheid, gerechtigheid en vooral de Wereldvrede te verdedigen. De oorlog in Irak is slechts een stap, een etappe in een poging de “Pax Americana” via verschillende, simultane oorlogen op te dringen – er staan ons nog meer oorlogen te wachten. Hoe sterker het verzet bij aanvang, hoe groter de kans dat we dit imperiale tij nog kunnen keren. Er hangt ons een ramp boven het hoofd.

Elke wil tot verzet breken is de hoeksteen van het beleid van de regering Bush. Hieraan toegeven betekent dat de weg wijdopen ligt voor nog onvoorspelbaarder, onbesuisder en agressiever optreden. Het Verdrag van München, dat de weg bereidde voor de Tweede Wereldoorlog, moet als een ernstig historisch precedent voor ogen worden gehouden. De hevigste voorstanders van interventionisme, hebben al een resem preventieve interventies uitgestippeld: Iran, Syrië, Noord-Korea, Colombia, Libië of zelfs China. Het Amerikaanse leger is niet alleen gestationeerd maar is ook actief in vele landen over de hele aardbol (niet alleen in Afghanistan of Kosovo, maar ook in Colombia, de Filippijnen, enzovoort).

De Pax Americana is een Nieuwe Wereldorde geboetseerd naar de wensen van een aantal Amerikaanse bedrijven. Onder de banier van ‘democratie’ en ‘vrijheid’ komt de nieuwe mondiale economie tot uiting als een bron van armoede voor vele ontwikkelingslanden. Dit kan alleen maar leiden tot eindeloos verzet van de ‘have-nots’.

De Pax Americana kan enkel door onenigheid, en dus oorlog, blijven bestaan. Om de nodige politieke krachten te kunnen aanspreken, wakkert de regering Bush allerhande spanningen en tegenstellingen in de wereld aan: tegenstelling tussen de Westerse wereld en de Islam, tegenstelling tussen het ‘Nieuwe Europa’ en het ‘Oude Europa’, tegenstelling tussen verschillende ontwikkelingslanden. Hetzelfde gebeurt ook binnen deze landen, waar nationalistische, tribale en extremistische neigingen worden aangewakkerd. De regering Bush doet meer dan ooit tevoren het keizerlijke moto “divide et impera” gestand en verhevigt of schept potentiële conflicten over de gehele wereld.

Om de Pax Americana in stand te houden en “dominantie over de hele lijn” op te leggen, werkt de regering Bush aan een nieuwe generatie kernwapens. Deze kernkoppen zouden in staat moeten zijn de bepantsering van ondergrondse commandocentra of wapenopslagplaatsen te doorboren. Dit project dreigt het verschil tussen kernwapens en conventionele wapens te vertroebelen. Volgens de haviken zullen deze “bruikbare kernwapens” de geloofwaardigheid van de Amerikaanse kernmacht herstellen. Dit beleid zal de nucleaire drempel verlagen en het gevaar van een nucleaire nachtmerrie vergroten; in vergelijking hiermee zullen de meest bedreigende episodes uit de Koude Oorlog in het niets verzinken.

In een korte verklaring bestemd voor het International Tribunal Initiative van Istanbul zegt John Berger het volgende: ”Er moeten archieven worden aangelegd, die de daders, per definitie, trachten te vernielen in plaats van bij te houden. Zij schakelen onschuldigen en het geheugen uit. Het archiefmateriaal is nodig om het toenemend verzet tegen een nieuwe wereldwijde tirannie levendig te houden. De nieuwe, buitensporig bewapende tirannen, kunnen elke oorlog winnen – zowel militair als economisch. Toch zijn ze de communicatieoorlog (zo noemen ze het zelf toch) aan het verliezen. Op de steun van de wereldopinie hoeven ze alvast niet te rekenen. Meer en meer mensen zeggen NEEN. Dit zal de tirannie uiteindelijk fataal  worden. Maar na hoeveel tragedies, invasies en collaterale rampen? Na hoeveel meer nieuwe armoede die tirannie teweegbrengt? Vandaar dat dringend archieven moeten worden aangelegd, dat we niets mogen vergeten, dat bewijsmateriaal moet worden verzameld opdat de aanklachten niet kunnen worden weggemoffeld en opdat ze in alle windstreken spreekwoordelijk worden. Meer en meer mensen zullen NEEN zeggen; dit is immers de voorwaarde om JA te zeggen tegen iedereen die wij van plan zijn te redden en tegen alles wat ons lief is”.

(John Berger, 18.06.2003, Parijs-Mieussy, geschreven als steunbetuiging aan het tribunaal initiatief in Istamboel).

Daarom kunnen we concluderen dat er dringende en voldoende redenen zijn om een hoorzitting te houden tegen dit Nieuwe Imperiale Beleid – aangezien het weinig waarschijnlijk is dat gerechtelijke stappen enig succes hebben – en om zowel de theorie als de praktijk van dit beleid te onderzoeken. Dat is de reden waarom we het ‘Project for the New American Century’ als focus hebben gekozen. Wij zijn ervan overtuigd dat het de plicht is van de bewoners van de planeet Aarde om te protesteren tegen dit gevaarlijke, immorele en in feite misdadige beleid: “ The people vs. Total War Incorporated”.

Voor meer informatie

Contact : [email protected]
Lieven De Cauter
Patrick Deboosere