NIEUWSBRIEF 4
oorlog in Irak - oorlog in Afghanistan - oorlog in Palestina - oorlog in ... |
|
|||||||||||||||||
April 2010 |
choose your language:
FRANCAIS
|
[email protected] | ||||||||||||||||
VRIENDELIJK EN DRINGEND VERZOEK: Om heel zeker de volgende nieuwsbrief te ontvangen vragen we u uw adresgegevens na te kijken: hier. U kan dan aangeven in welke taal u de brief ontvangt. Dank voor de medewerking en de solidariteit. |
OCCUPATION YEAR 8 |
|||||||||||||||||
REGERING VAN NATIONALE REDDING BESCHOUWINGEN BIJ GERICHTE MOORDEN HET WESTERS PROJECT IS MISLUKT AFHGHANISTAN STEUN HET BRUSSELLS TRIBUNAL | ||||||||||||||||||
ABDUL ILAH
ALBAYATY |
DE IRAKEZEN KUNNEN EN MOETEN
EEN REGERING
VAN NATIONALE REDDING AFKONDIGEN
|
|
||||||||||||||||
Obama heeft gekozen voor de voortzetting van de
criminele social engineering in Irak. Alleen een
breuk met het politieke proces kan Irak en zijn
volk redden, zo schrijft
Abdul Ilah
Albayaty.
Alle waarnemers van de
VN, internationale instellingen en organisaties,
Arabische en internationale partijen en
bewegingen, de Irakezen (die niet behoren tot de
alliantie die in Irak aan de macht is):
zij allen
hebben de internationale gemeenschap, de VN en
de Arabische Liga en leden van internationale en
van Arabische bewegingen gewezen op en
gewaarschuwd voor
de
tragische situatie en de leefomstandigheden van
de Irakezen onder de bezetting, de ineenstorting
van de voorzieningen, die een normaal leven
mogelijk maken of de hoop op een normaal leven
in de toekomst, indien de omstandigheden blijven
aanhouden die de Amerikaanse invasie creëerde.
Toch bleef de regering-Maliki, gesteund door de
VS, de Koerdische leiders
en de pro-Iraanse
sektarische partijen, een beleid van totale
onderdrukking, corruptie, vervalsing van feiten
en rechtvaardigende leugens handhaven.
Het oorspronkelijke plan
was om Irak te vernietigen en op te delen in
drie entiteiten. Dit staaltje
van criminele social
engineering was gegrondvest op een
alliantie tussen separatistische Koerden,
Iraanse religieuze fascisten, en de achter de
schermen opererende Israëlische geheime dienst:
dit is totaal in strijd met de verplichtingen
van de
bezetters volgens het internationaal recht.
Omdat het Iraakse leger, samen met het Irakesee
volk, zich tegen de bezetting verzette, gingen
de bezetters en hun bondgenoten over tot
genocidale acties die desastreus waren, niet
alleen voor de Irakezen, maar ook voor de VS,
voor de buurlanden van Irak, voor de
internationale economie en voor de
internationale betrekkingen, normen en
standaarden.
De ondertekening door de regering Maliki van het SOFA-veiligheidsakkoord (Status
of Forces Agreement) en van de
oliecontracten, heeft
de VS bevrijd van de bekommernis om wie er aan
de macht is in Irak en hoe er bestuurd wordt,
zolang de VS maar de eigen plannen kunnen
realiseren.
Ondanks de retorische beloftes van de terugtrekking van de
gevechtstroepen, zijn de VS van plan om tot
50.000 militairen gestationeerd te houden in
Irak samen met duizenden speciale troepen en
meer dan 100.000 huurlingen die onder hun bevel
staan. Al deze overeenkomsten zijn dus totaal
betekenisloos en hol. De VS zullen ook troepen
ter beschikking hebben binnen het politieke
proces, geleid door dieven, krijgsheren, en
leeglopers. Zo verzekeren zij zich ervan dat er
geen macht tegen de VS kan bestaan zonder dat
die onmiddellijk door anderen geëlimineerd wordt,
hetzij rechtstreeks door de nog resterende
Amerikaanse eenheden, hetzij door hun special
forces. De verschillende krachten in het
politieke proces mogen - voor zover het de VS
betreft - elkaar vrijelijk bevechten, maar ze
moeten zich wel allen tegen de bouw van een
echte eengemaakte staat voor de Irakezen kanten
en zich zeker niet afzetten tegen de bezetting.
Niets is duidelijker met betrekking tot deze
strategie dan de toespraak van ambassadeur Hill
in Washington. Alle kandidaten bij de laatste
verkiezingen, met inbegrip van Allawi, gaan
ermee akkoord. Als ze al van mening verschillen
gaat het over hun aandeel in de taart van de
macht. Iran en zijn agenten weigeren om de
soennieten in het politieke proces te integreren;
de Koerden willen niet dat Arabieren zich
verenigen en ze willen Kirkuk inpalmen in hun
hegemonie in het noorden.
Allawi,
en velen met hem, heeft zijn buik vol van
sektarisme en religieus fascisme, maar hij staat
achter de invasie en een mildere deBaathificatie;
en Maliki wil minister-president worden, als het
niet gaat door middel van verkiezingen dan maar
met geweld. Het resultaat van de vervalste
verkiezing dient klaarblijkelijk het Amerikaanse
plan. Het parlement is even verdeeld als
voorheen en de toekomstige regering is en zal
even zwak zijn als voorheen.
Het tweede gevaar voor de Amerikaanse plannen vormt
de positie van het populaire verzet en de anti-bezettingskrachten
tegenover de verkiezingen. In de gegeven
omstandigheden presenteerde geen van die
bewegingen een lijst van officiële kandidaten.
Daarmee maakte men de verkiezingen onwettig .
Noch de Baath-partij, noch de Taa'sisee, noch de
Association of Muslim Scholars in Irak, noch de
linkse anti-bezettingsbeweging hebben
deelgenomen. Maar ze hebben hun aanhangers wel
de volledige vrijheid gegeven om de verkiezingen
te boycotten of te stemmen in overeenstemming
met de plaatselijke situatie. Als we het aantal
stemmen voor elke lijst analyseren, en nagaan op
welk thema ze wonnen, kunnen we vaststellen dat
het anti-bezettingsproject van een verenigd Irak
erin geslaagd is aan te tonen dat het de
belangrijkste politieke kracht is in Irak.
Het aantal
kiezers dat Iraanse hegemonie over Irak
ondersteunt is zeer klein. De INA, de
belangrijkste bondgenoot van de VS, won minder
dan twee miljoen stemmen van de 18 miljoen
stemgerechtigden en van de 12 miljoen mensen die
effectief hebben gestemd. Als de lijst van
Maliki uit elkaar zou vallen, zouden we
misschien de helft hieraan kunnen toevoegen.
Maar Maliki, een Amerikaanse creatie,
presenteerde zichzelf als afwijzer van het
Iraanse dictaat. We zullen zien wat er zal
gebeuren met zijn lijst, nu hij de macht heeft
kwijt gespeeld.
|
|
|||||||||||||||||
reflections | ||||||||||||||||||
CULTURAL CLEANSING IN IRAQ. Why museums were looted, libraries burned and academics murdered. book presentation: Les Halles - Brussels - March 20 2010
STATE ENDING ALS OORLOGSDOEL |
STATEMENT
van Roger van Zwanenberg, Chair & Commissioning Editor of Pluto Press
ter gelegenheid van de
presentatie van het boek op 20 maart
Cultural Cleansing in Iraq
is een van die boeken waarvan ik trots ben het
te mogen publiceren. Pluto Press wenst radicale
verklaringen te bieden voor de meest belangrijke
gebeurtenissen van onze tijd; daartoe behoort
zeker de invasie van Irak. |
|||||||||||||||||
BESCHOUWINGEN OVER DE GERICHTE MOORDEN OP ACADEMICI TER GELEGENHEID VAN DE ZEVENDE VERJAARDAG VAN DE OORLOG TEGEN IRAK.
Terwijl de verjaardag van de oorlog in Irak
nadert, moet ik denken aan wat ik zeven jaar
geleden schreef. Dat deze illegale invasie niets
te maken had met de oorlog tegen de terreur maar
lang op voorhand was gepland en niet uit was op
democratie maar op de vernietiging van Irak. Dat
werd toen hier en daar openlijk weggehoond. Men
vond mij wel sympathiek of aandoenlijk in mijn
woede maar niet on the level als het om
wereldpolitiek ging.
Ter voorbereiding van een avond naar aanleiding
van die zevende verjaardag op 20 maart, lees ik
een boek:
Cultural Cleansing in Iraq. Why museums were
looted, libraries burned and academics murdered.
De basisstelling luidt, geloof het of niet, dat
het doel van de oorlog van het begin af aan de
vernietiging was van de Irakese staat. Maar er
is meer: de culturele zuivering van Irak, het
laten plunderen van musea, het platbranden van
bibliotheken en het vermoorden van academici
paste volgens de auteurs in deze
oorlogsstrategie. State ending, staatsdestructie
- het zal ongetwijfeld een concept worden dat
ingeburgerd zal raken, naast genocide en zijn
afgeleiden zoals urbicide (stadsvernietiging),
sociocide (vernietiging van het sociale weefsel),
mnemocide (vernietiging van het collectieve
geheugen). Men mag het hopen. Want deze
begrippen en hun verwevenheid zijn, helaas, niet
alleen bruikbaar in Irak.
Over de plundering van de musea werd uitgebreid
bericht, zij het zonder de verantwoordelijkheid
bij de bezetter te leggen, zoals het
internationaal oorlogsrecht bepaalt. En zonder
het te zien als een strategie van ‘mnenocide’.
Over de honderden academici die het slachtoffer
zijn geworden van gerichte moorden (de
zogenaamde targeted assassinations) is het al
die jaren stil gebleven. Nochtans. In de eerste
drie maanden van de bezetting waren er al 250
academici omgebracht. Het BRussells Tribunal
heeft intussen een lijst van 437 slachtoffers,
een lijst die wereldwijd als referentie fungeert.
Omdat intussen ook de professoren die deze
moorden en verdwijningen documenteerden zijn
vermoord of gevlucht, is het steeds moeilijker
geworden om deze lijst up to date te houden.
Maar tegen juni 2006 waren er volgens de
Christian Science Monitor al 2500 academici
vermoord, ontvoerd of het land uitgejaagd.
Niemand weet hoeveel er tot op vandaag de dag
zijn vermoord. Wel weten we dat duizenden zijn
bedreigd - vaak via brieven met kogels - en
gevlucht. Naast de academici zijn ook media-professionelen,
dokters, ingenieurs en geestelijke leiders
doelwit geweest van intimidaties, ontvoeringen
en gerichte moorden. Belangrijk is dat het, in
het geval van academici, niet gaat om
sektarische moorden, want statistieken wijzen
uit dat er geen lijn zit in de moorden. Wel zijn
vooral professoren in leidende functies
geviseerd, en niet alleen Baathisten.
Deze moorden zijn nooit onderzocht, de
schuldigen nooit gevonden, laat staan vervolgd.
Hoe zou dat komen? Misschien omdat zowel de
bezetter als de nieuwe machtshebbers het niet
belangrijk vonden. Of misschien omdat de inzet
van doodseskaders, zoals weleer in El Salvador,
deel is van de strategie. Dat is wat het boek
betoogt: het vermoorden van academici was en is
deel van de “Salvador Option”.
Conclusie van de auteurs? Het doel was de
intellectuele klasse, die toch de basis zou
moeten vormen voor de nieuwe democratische staat,
te liquideren. Zo sinister is het. Zo sinister
dat men het moeilijk kan geloven. En toch is het
waar: het uitschakelen van academici en andere
beroepsgroepen uit de middenklasse stond in
functie van het eerste en hoogste oorlogsdoel:
de destructie van de Irakese staat.
“State-ending” in plaats van “Nation building”.
Volgens de inleiders van het boek was dit
oorlogsdoel een beslissing waarbij drie partijen
elkaar gevonden hebben: de neoconservatieven die
door de shock and awe van Irak een showcase
wilden maken, met idealiter permanente basissen
in een geostrategie van militaire dominantie als
project voor een ‘Nieuwe Amerika eeuw’, de
Israëlische staat die af wou van een machtige
staat in zijn achtertuin en de olie-industrie
die de hand wou leggen op een van de
belangrijkste olievoorraden ter wereld.
Ook dat heb ik zeven jaar geleden geschreven.
Wat ik daarover allemaal naar mijn hoofd
gekregen heb. Nu staat het zwart op wit, met
veel voetnoten, goed gedocumenteerd in een boek
– ik zou durven zeggen een waarlijk historisch
boek - dat uitgegeven is door een uitgeverij met
wereldfaam, Pluto Press. Misschien zal de wereld
het nu gaan beseffen.
Wereldwijd protest vanuit academische hoek zou
mooi zijn. Maar een minuut stilte voor de
vermoorde collega’s zal niet volstaan. Want, en
dat maakt het pas verpletterend, dit is allemaal
nog maar het topje van de ijsberg: de kinderen
die zwaar misvormd geboren worden door het
gebruik van verarmd uranium en witte fosfor, het
gebrek aan drinkbaar water, elektriciteit en
medische verzorging, de vernietiging van het
schoolsysteem wat een verloren generatie
oplevert, de 1.2 miljoen doden en de 5 miljoen
vluchtelingen – dat alles samen maakt de oorlog
in Irak tot de grootste oorlogsmisdaad en de
grootste door mensen gemaakte humanitaire
catastrofe van de laatste decennia. En: ze duurt
voort. Er is weinig of geen hoop op verbetering,
zeker niet na de recente verkiezingen. Voeg daar
nog de ontelbare bomexplosies bij en de
sektarische desintegratie van het land, de
afrekeningen en de etnische zuiveringen onder
minderheden (ook daar een heel hoofdstuk over in
het boek) - en je hebt een beeld van de hel. En
wij, wij kijken allemaal meer en meer de andere
kant op. Omdat we Irak na zeven jaar spuugzat
zijn.
Ik ben er ook een beetje moe van geworden.
Maar ik van mijn kant heb, het is bitter om het
te moeten vaststellen, na zeven jaar gelijk
gekregen met mijn toen absurd bevonden these
over de vernietiging van Irak. Ook Bush heeft
gelijk gekregen met zijn fameuze show op het dek
van de USS Lincoln die eerste mei van 2003: “mission
accomplished”. Inderdaad: Irak is vernietigd.
Gelukkige verjaardag, meneer de president!
Ja, tu quoque Obama.
|
Ik vroeg hen om vrder te
kijken dan
de
populaire mythes en ten gronde uit te leggen
waarom deze invasie had plaatsgevonden.
Dat was in de jaren 1970.
Later, toen ik begon met het uitgeven van boeken
is het nooit bij me opgekomen dat de grote
mogendheden van vandaag, de VS en zijn
volgelingen, Groot-Brittannië en nu de NAVO,
weer aan het koloniseren zouden gaan.
|
|||||||||||||||||
failure | ||||||||||||||||||
HET WESTERSE PROJECT VOOR IRAK IS MISLUKT |
HANA AL BAYATY
interview door Gie Goris – MO
|
|||||||||||||||||
24 maart 2010 (MO) - Hana Al-Bayaty is een Iraaks-Franse documentairemaakster. Ze werkte ook als journaliste voor het Egyptische weekblad Al-Ahram. Ze heeft gedurende jaren in Brussel gewoond en hielp daar mee het BRussells Tribunal rond de invasie in Irak opzetten. Op dit moment woont ze in Caïro. MO* sprak met haar op de zevende verjaardag van de inval in Irak, naar aanleiding van het verschijnen van het boek CULTURAL CLEANSING IN IRAQ. Why museums were looted, libraries burned and academics murdered."
Gie Goris [V]: Het boek stelt dat de oorlog
tegen Irak de bedoeling had om het land op te
breken.
Hana Al Bayaty: Ik denk dat het
opzet om Irak te breken al teruggaat tot 1990 en
de sancties tegen mijn land.
Die
sancties waren bedoeld om het land stuk te maken,
maar aangezien dat niet meteen lukte, heeft men
beslist het land te bezetten. Het is dus geen
proces dat dat pas in 2003 begonnen is.
De
preferentiële behandeling van het Noor-Irak (Koerdische
meerderheid) in de jaren negentig was al een
poging tot opsplitsing van het land.
Het doel
van de bezetting was de staatsinstellingen te
vernietigen.
Het ging erom de staat op te heffen.
De
bezetting heeft daarom ook het sektarisme
geïntroduceerd. De Irakezen zelf identificeerden
zichzelf niet als sjiieten of soennieten, maar
eerder als nationalisten, communisten of
eventueel islamisten. Ook de Baath-partij van
Saddam Hoessein was niet sektarisch – men kan
Sadam vanalles verwijten, maar niet dat hij
sektarisch was. Men heeft vastgesteld dat 58
procent van de Baath partij sjiieten waren.
[V]: Voor de invasie was Irak een bondgenoot van
het Westen. Waarom dan de invasie?
Hana Al Bayaty: Er zijn meerdere
redenen. Het idee om Irak en al de Arabische
landen te onderwerpen, kwam er omdat deze landen
dan geen bedreiging meer zouden vormen voor
Israël. Irak was zeer rijk en het is altijd al
een kruispunt geweest tussen Europa en China of
tussen Turkije en de Golf of tussen Iran en
Egypte. En wie Irak onder controle heeft, heeft
dus een grote invloed op de hele wereldmarkt. De
US wou deze macht hebben. Dus het was logisch om
bij Irak te beginnen. Een tweede punt is dat
Irak een welvarend land was en dus de meeste
kans om democratisch te worden.
[V]: Van die mogelijkheid was onder Saddam
Hoessein toch niet veel te merken?
Hana Al Bayaty: Er was een hele
grote middenklasse die zeer goed opgeleid was.
De regering nationaliseerde de olie, ze
investeerde in onderwijs en gezondheid, en had
een sterk leger,..
Irak had
alles om een leidende kracht te zijn in de
Arabische wereld. Er zou sowieso een overgang
zijn geweest. We kwamen uit de Koude Oorlog en
bepaalde leiders namen enkele democratische
principes over. De rol van vrouwen was
bijvoorbeeld verbeterd en ze waren het meest
vrij in de regio. Dé misdaad van Irak was de
nationalisering van de olie. En dat is waarom
het Westen Irak kapot gemaakt heeft. Het heeft
niets te maken met Sadam Hoessein.
Toen Saddam aan de macht kwam was er veel
sympathie voor de Baath partij, vooral omdat de
communistische partij in Irak, toen de
Sovjet-Unie volgde
en dus
ook Israël erkende. De mensen voelden dat aan
als verraad. Het is dus de fout van de linkse
partijen, het had er niets mee te maken of je
pro-Amerika was of niet.
[V]: Saddam heeft zelf wel deel aan de
achteruitgang van Irak?
Hana Al Bayaty: Het begon met de
zuiveringen die Saddam doorvoerde in zijn eigen
partij. En uiteraard is er Koeweit. Onlangs
erkende het orthodoxe deel van de Baath-partij
dat de inval in Koeweit een vergissing geweest
was. Over de oorlog tegen Iran (1980-1988) zijn
de meningen nog verdeeld. Iran en Irak zijn in
het verleden voortdurend in conflict geweest. Er
ia namelijk een probleem met het
expansionistische karakter van de Islamitische
Revolutie in Iran, die de soevereiniteit van
staten niet erkende. Dat was een heel
destabiliserende factor in een land met zoveel
sjiitische bewoners als Irak. Maar Irak is zo
seculair dat de Irakese sjiieten acht jaar lang
vochten tegen Iran. Ook tijdens de verkiezingen
van de voorbije jaren tonen de Irakezen dat ze
heel seculier zijn.
[V]: Maar er waren wel degelijk tegenstellingen
tussen Koerden en Arabieren, de inwoners van
Zuid-Irak en de machtselites rond Saddam
Hoessein…
Hana Al Bayaty:
In het noorden van
Irak trainden de westerse machten in de jaren
negentig milities die ze wilden inzetten bij de
invasie in Zuid-Irak. Men hoopte op een pro-Westerse
volksopstand, maar men hield geen rekening met
de lange geschiedenis van nationale disputen die
de uiteindelijke eenheid niet bedreigt. Je kan
Irak niet vergelijken met Joegoslavië dat altijd
al een federale staat was, terwijl Irak van
oudsher een unitaire staat is. Misschien is er
wel behoefte aan meer lokale democratie of
decentralisatie.
Irak bestaat uit verschillende beschavingen, het
is een heel oude maatschappij met vele lagen en
veel diversiteit. De milities die het geweld
geïnstalleerd hebben na de bezetting willen
precies alles stuk wat de Irakezen bijeen brengt.
Ze vernietigen al de symbolen, en doden de
hoogopgeleide mensen. De Amerikanen hebben het
nationale leger ontbonden en wilden een nieuw
leger opbouwen op basis van de milities, die ook
niet geloven in een ééngemaakt Irak. Zij geloven
in confederalisme of een soort autonomie, maar
geen van hen kan het idee van een eengemaakt
Irak vertegenwoordigen.
[V]: De opdeling van Irak is er in elk geval
niet gekomen. Missie mislukt voor de Verenigde
Staten?
Hana Al Bayaty:
Ik denk in ieder
geval dat ze nooit zo veel tegenstand verwacht
hadden. Het antwoord hieropop was dan ook
extreem gewelddadig, met als voorlopig
eindresultaat naar schatting twee miljoen doden
en vijf miljoen vluchtelingen. Als het doel was
om de olie opnieuw te privatiseren, dan is dat
mislukt. Als het doel was van Irak een zwakke
federatie te maken, dan is dat ook mislukt. De
westerse media denken dat de toestand in Irak nu
gestabiliseerd is, maar dat klopt niet. De
strategische overweging om de strijd tegen de
bezetting en de huidige regering op een laag
pitje te zetten, had alleen te maken met de
timing van de Amerikaanse verkiezingen: tijdens
de laatste maanden van Bush en de eerste maanden
van Obama had het geen zin om stijders op te
offeren, aangezien het toch niet tot een
beleidsverandering kon leiden.
[V]: Is het verzet Irakees? Hoe sterk is het
buitenlandse element in het geheel?
Hana Al Bayaty:
Het “buitenlandse
element” is belachelijk klein. Zelfs het
Amerikaanse leger zegt dat het maar over twee
procent van de strijders gaat. In Afghanistan is
dat hetzelfde. De internationale solidariteit
heeft spijtig genoeg weinig rol gespeeld in het
ondersteunen van het verzet.
[V]: Twintig jaar na de eerste Golfoorlog en
zeven jaar na de inval van de Amerikaans-Britse
troepen moet er toch weer toekomst gemaakt
worden. Hoe ziet die eruit?
Hana Al Bayaty:
We kunnen maar
vooruit als de bezetting helemaal stopt en alle
buitenlandse troepen vertrekken. En als de
huidige regering vervangen wordt door een
overgangsregering die eerlijke en vrije
verkiezingen voorbereidt. De basis van die
overgangsregering moet gevormd worden door het
huidige verzet, al is er ruimte voor andere
patriotten. Het verzet heeft bij de recente
verkiezingen bijvoorbeeld steun gegeven aan de
coalitie rond Ayad Allawi. Dat toont alvast dat
niet alles en iedereen uit de harde kern van het
verzet moet komen.
Daarnaast hebben we dringend nood aan goede en
stabiele relaties met de buurlanden, want
vandaag dreigen de bemoeienissen van de
buurlanden Irak in een echte burgeroorlog te
storten. Zowel Iran, Turkije als Saoedi-Arabië
spelen met vuur. En dat kunnen we in Irak best
missen.
|
||||||||||||||||||
q] | ||||||||||||||||||
DE MOEDIGSTE VROUW VAN AFGHANISTAN INTERVIEW MET MALALAI JOYA |
|
|||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||
BRUSSEL -- De autobiografie van de jonge
Afghaanse politica en vrouwenrechtenactiviste
Malalai Joya is een schreeuw van woede. Ze
overleefde vijf aanslagen en leeft ondergedoken
in Kaboel. Toch blijft ze hoopvol. “Stop de
bombardementen en geef niet langer steun aan de
warlords. Pas dan zullen de democraten hun stem
durven verheffen.” Een interview door Christophe
Callewaert voor De Wereld Morgen.
Malalai
Joya ziet er moe uit als ze me de hand schudt in
een Brussels hotel. Het is moeilijk te geloven
dat deze kleine, frêle vrouw het ultieme doelwit
is van alle extremisten in Afghanistan. Sinds ze
in 2003 vrank en vrij sprak op de Loya Jirga –
de grote vergadering van stammenleiders die de
grondwet moest opstellen – is ze in de woorden
van haar vijanden een “dead woman walking”.
Vijf
aanslagen overleefde ze al. Eén keer zag ze
vanuit de wagen hoe een bom te vroeg ontplofte
en hoe de brug waarover ze enkele ogenblikken
later moest rijden de lucht inging. Toch blijft
ze in Afghanistan.
Malalai Joya: “Ik leef in Kaboel, maar
jammer genoeg leid ik geen normaal leven. Ik
verhuis van het ene safehouse naar het andere.
Ik verbijf nooit langer dan een paar dagen in
hetzelfde huis. Een kantoor waar ik mensen kan
ontvangen, heb ik niet. Ik heb wel bodyguards in
mijn buurt, maar het blijft te gevaarlijk. Nu ik
dit boek heb geschreven, neemt de dreiging van
de extremisten nog toe. Ze weten dat ik nooit
een compromis ga sluiten met hen en daarom
willen ze me uit de weg ruimen. Maar ik doe mijn
best om dat te verhinderen.”
Christophe Callewaert [V]: Kan u dan nog wel aan
politiek doen?
Malalai Joya: “Ik word vaak uitgenodigd
in veraf gelegen provincies of voor een publiek
optreden in Kaboel, maar dat is te onveilig.
Mijn leven speelt zich ondergronds af. Ik
ontvang wel mensen op geheime plaatsen, maar
daar kan ik nooit langer dan drie uur blijven.
Zo proberen mijn vijanden me klein te krijgen,
maar eigenlijk bereiken ze net het
tegenovergestelde. Met elke dreiging tonen ze
hun politieke zwakte.”
“Mijn situatie zou iedereen moeten wakker
schudden”, voegt Malalai Joya er aan toe. “Onder
de Taliban kon ik tenminste nog in het geheim
lesgeven aan jonge meisjes. Nu kan ik zelfs met
bodyguards om mij heen nergens naar toe. Dat is
toch het bewijs dat die hele oorlog tegen de
terreur een lachertje is? De bevrijding van de
vrouwen was blijkbaar alleen maar een mooi
excuus om ons land binnen te vallen.”
De wereld
leerde Malalai Joya kennen in december 2003. Zij
was door haar provinciegenoten verkozen als
vertegenwoordiger in de Loya Jirga die een
nieuwe grondwet moest opstellen. Malalai Joya
was toen pas 25, maar genoot grote bekendheid
als directrice van een gezondheidscentrum. Negen
jaar voordien was ze vanuit de
vluchtelingenkampen in Pakistan waar ze
opgroeide, teruggekeerd naar Afghanistan. Onder
de Taliban gaf ze – zelf nog een tiener - in het
diepste geheim les aan meisjes en vrouwen.
[V]: In uw eerste toespraak op de Loya Jirga
haalde u hard uit naar sommige aanwezigen.
Waarom was u zo kwaad?
[V]: Wie zijn die warlords?
“Jullie denken dat alles begon met de Taliban,
maar dat is zand in jullie ogen. De wreedheden
begonnen bij de warlords. In naam van de islam
legden ze de vrouwenrechten aan banden. Zelfs
heel jonge meisjes waren niet veilig voor hun
verkrachtingen. Ze plunderden musea.
Boekenwinkels werden in brand gestoken. Ze
vermoorden meer dan 65.000 mensen. Ze sloegen
nagels in de hoofden van tegenstanders. Ze
sneden vrouwenborsten af.”
“Maar het ergste was misschien nog dat ze onze
nationale eenheid vernietigden. Ze vochten
allemaal in naam van één ethnische
bevolkingsgroep tegen elkaar. Het was zo erg dat
mijn volk zelfs opgelucht was toen de Taliban in
1996 een einde maakten aan het rijk van die
warlords. Al zou dat niet lang duren. Weer kwam
een bende moordenaars aan de macht. In 2001 toen
de Taliban verjaagd werden, was er weer heel
even hoop. Maar die hoop werd snel aan stukken
geslagen. 28 april werd uitgeroepen tot
Mujahedeen Victory Day (de dag dat de
burgerloorlog begon in 1992, nvdr), terwijl dat
voor alle Afghanen een dag van nationale rouw
zou moeten zijn.”
[V]: U noemt Achmed Sjah Massoud een warlord. Is
dat niet de nationale held van Afghanistan?
[V]: Had u hen niet gewoon een kans moeten geven?
Misschien waren ze tot inkeer gekomen?
"Nu staan ze zelfs te popelen om te
onderhandelen met de Taliban. Eigenlijk hebben
ze niet eens echt een probleem met elkaar.
Sommigen verwijzen dan naar Zuid-Afrika: Mandela
heeft daar toch ook zijn tegenstanders de hand
gereikt? Ja, daar hebben slachtoffers hun beulen
vergeven. Maar in Afghanistan gaat het om de ene
terrorist die de andere terrorist de hand schudt.”
[V]: In 2005 raakte u verkozen in het parlement.
Twee jaar later werd u geschorst omdat u de
leden van het parlement beledigd zou hebben. Er
werden verontschuldigingen geëist. Waarom bent u
daar nooit op ingegaan?
“Ik zat daar samen met massamoordenaars. Daar
kan ik toch geen compromis mee sluiten? Zij
weten niet eens wat dat betekent. En wat moeten
mijn kiezers dan denken? Oei, is onze Malalai nu
ook al omgekocht? Nee, ik kon me echt moeilijk
verontschuldigen omdat ik de waarheid verteld
had. De verkiezingen zijn een teken van
democratie, maar jammer genoeg moeten de
Afghanen na acht jaar vaststellen dat de
verkiezingen een werktuig zijn in handen van de
bezettingstroepen en de warlords om hun misdaden
wat legitimiteit te schenken.”
[V]: De Afghaanse president Hamid Karzai heeft u
ooit gezegd dat hij het met u eens is. Hebt u
dan wel vertrouwen in hem.
Malalai Joya: “Hamid Karzai is een
schaamteloze pop. Hij sloot een compromis met de
wreedste terroristen en liet toe dat zij zijn
regering domineren. Nu wil hij ook nog de
Taliban opnemen in zijn kabinet.”
[V]: Vindt u het spijtig dat zijn tegenkandidaat
Abdullah Abdullah zich teruggetrokken heeft uit
de verkiezingen?
Malalai Joya: “Abdullah Abdullah is ook
een goede vriend van de warlords. Ik denk dat
hij nog gevaarlijker is dan Karzai. Abdullah is
namelijk ook voorstander van het federalisme wat
een ramp zou betekenen voor Afghanistan. Dan zou
het land nog makkelijker gebalkaniseerd kunnen
worden. Laten we geen tijd verliezen aan dat
soort mensen die graag over democratie praten
maar die eigenlijk onze vijanden zijn.”
[V]: Het lijkt wel alsof u niemand vertrouwt.
Bent u niet te streng?
[V]: Als de buitenlandse troepen zich
terugtrekken, riskeert Afghanistan verscheurd te
worden door een burgerloorlog.
[V]: De Westerse landen kunnen toch niet de
bevolking van Afghanistan overleveren aan de
Taliban?
[V]: De prille verbetering van de vrouwenrechten
dreigt dan wel snel weer verloren te gaan.
Malalai Joya: “Vrouwenrechten komen
niet uit de loop van een geweer. Ze komen niet
door fosfor- en clusterbommen of verarmd
uranium. Of door onschuldige mensen plat te
bombarderen. In de voorbije acht jaar werden er
vier keer meer gewone burgers dan
Talibanstrijders vermoord door de
bezettingstroepen. Miljoenen Afghanen lijden
onder de onveiligheid, de armoede, de
werkloosheid en onrechtvaardigheid. Zelfs in
Kaboel zijn we niet veilig. Natuurlijk kwam er
hier en daar een symbolische verandering. In het
parlement zitten 68 vrouwen, maar de meeste zijn
aangeduid door de fundamentalisten en de
warlords.”
[V]: Een deel van de Belgische troepen helpt ook
bij de opleiding van het Afghaanse leger. Obama
hoopt dat dat leger snel de verantwoordelijkheid
kan overnemen van de buitenlandse troepen.
[V]: De buitenlandse troepen houden zich ook
bezig met de heropbouw. Kunnen ze zo de
sympathie winnen van de Afghaanse bevolking?
Malalai
Joya:
“Helaas zijn er ook NGO-lords. Veel geld dat
eigenlijk bestemd is voor de bouw van scholen
verdwijnt in de zakken van de warlords. Veel
NGO's zijn corrupt. Ik heb het met mijn ogen
kunnen zien. Er worden scholen gebouwd met de
goedkoopste materialen. Er worden snel wat
foto's genomen om te tonen in de mainstreammedia.
Maar na een jaar blijft er nog weinig van over.
Elke dag spenderen de VS 160 miljoen dollar aan
de oorlog in Afghanistan. Wat zouden we allemaal
niet kunnen doen met dat geld?”
[V]: Er is alleen een politieke oplossing
mogelijk, zeggen sommigen. Is het dan geen goed
idee om te onderhandelen met de gematigde
Taliban in de hoop dat ze hun wapens neerleggen?
[V]: Hoe reageren Westerse politici op uw
redenering?
[V]: Wat zou u zeggen als de Belgische minister
van Defensie Pieter De Crem u toch de kans geeft
om hem te ontmoeten?
Malalai Joya: “Uw land zou een
onafhankelijke koers kunnen varen. Dan zouden
jullie welkom zijn om mee het land te helpen
opbouwen. Maar als de buitenlandse troepen in
Afghanistan blijven, zullen ze een lesje krijgen
zoals eerder ook de Britten en de Sovjets er één
gekregen hebben. Uw land steunt de Amerikaanse
strategie. De VS willen voet aan de grond
krijgen in Afghanistan omdat ze zo makkelijker
twee andere supermachten, Rusland en China,
kunnen controleren. En in één ruk door krijgen
ze zo ook makkelijker toegang tot de gas en olie
in de Centraal-Aziatische republieken. Daar wil
u toch niet aan meedoen?”
[V]: Hebt u er nooit aan gedacht om de
onveiligheid te ontvluchten en uw werk verder te
zetten vanuit een veilig land?
“Ik moet alleszins niet rekenen op de Afghaanse
media dat ze mijn boodschap correct zouden
doorgeven aan de bevolking. Vroeger hadden een
paar democratische bewegingen wel een krantje,
maar door geldgebrek hebben ze de verspreiding
moeten stopzetten.”
[V]: Waarom bent u nooit lid geweest van één van
de bestaande partijen?
[V]: Doet u mee aan de volgende
parlementsverkiezingen?
[V]: Uit uw biografie blijkt dat boeken een
belangrijke rol speelden in uw leven.
[V]: Welke boeken leest u nu?
Malalai Joya: “Vroeger kon ik heel snel
lezen. In de tijd van de Taliban las ik soms
drie boeken in een week hoewel ik bijna alle
woorden moest opzoeken in een woordenboek. Mijn
oudere broer geloofde me niet en op een dag nam
hij een boek en begon me te ondervragen, maar ik
kon alle vragen beantwoorden. Vanaf dan heeft
mijn familie me nog meer gesteund om te lezen en
te studeren. Maar nu lukt het me alsmaar minder
om te lezen. Ik ben snel moe. Het leven is zo
moeilijk. Aan romans kom ik helemaal niet meer
toe. Ik moet artikels schrijven, toespraken
voorbereiden, interviews geven.”
[V]: Denkt u dat de VS en hun bondgenoten de
oorlog ooit zullen winnen?
Malalai Joya: “Ze hebben de oorlog al
verloren.”
[V]: Kunt u zich dat voorstellen: een vrij en
vredig Afghanistan?
Malalai Joya: “Ik denk vaak dat ik het
niet meer zal meemaken. Misschien wel... als ze
mij niet vermoorden.”
Copyright 2010 Creative Commons |
||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||
|